In gesprek met Bart Van Coile, voorzitter van het ITAA – “De bedoeling van de fusie is dat iedereen erbij wint: of het nu gaat over de ondernemer of over onze leden.”

We blikken terug op de Internationale Dag van de Accountant, die viel op zondag 10/11/2019. Naar aanleiding hiervan trokken we voor Connect naar het hoofdkwartier van ITAA. We gingen in gesprek met Bart Van Coile, voorzitter van het ITAA (Institute for Tax Advisors and Accountants).

foto

“ We zijn blij dat de internationale dag van de accountant wordt georganiseerd en dat wij ook als instituut, voor de eerste keer, mee dit feest gaan vieren. We moeten tonen dat we er als nieuw instituut staan en ervoor zorgen dat zowel leden als jongeren weten dat er vanaf nu maar één manier is om toegang te hebben tot het beroep: de weg van het ITAA.”

Wat hebben jullie voorzien voor die dag ?

“Het belangrijkste is dat we eerst een enquête hebben gedaan met alle leden: het is een bevraging over hoe zij zich voelen, wat hun problemen zijn, maar ook over hoe zij de economie aanvoelen vandaag. We hebben dit cijfermateriaal losgelaten via een perscommuniqué (zie ook het artikel waarin we dit samenvatten). We hopen zoveel mogelijke kanalen te bereiken, zodanig dat de weekendkranten goed gevuld staan. Dus niet met politiek nieuws, das ook interessant uiteraard, maar met het prachtige nieuws van het ITAA.”

ITAA is de samensmelting van het BIBF en IAB. Waarom is die er gekomen?

“Das een lang project eigenlijk, waarbij we eerst rustig met elkaar gesproken hebben. Als je dit vergelijkt met andere landen: daar bestaat er maar één instituut. We hopen nog steeds om op lange termijn tot één instituut te komen met alle relevante partijen, maar een eerste stap is gezet. Dit is toch wel belangrijk, want we zijn vandaag met 14500 leden en stagiairs. Dat is bijna iedereen van het beroep die nu samen zitten. Dit is zeer leuk! Wat belangrijk geweest is in dat traject is overleg: allereerst intern overleg, daarna overleg met de raden en overleg met de beroepsverenigingen om na te gaan of iedereen lokaal ook mee was met dat idee. Je mag weten, het is niet een vraag die van enkelen komt, maar een vraag van velen. De politieke overheid is vragende partij om één aanspreekpunt te hebben, maar ook het onderwijs en elke ondernemer. Die laatste groep is wel het belangrijkste de dag van vandaag: we zijn er om ondernemers te dienen en vandaag hebben ze dus ook één aanspreekpunt.”

Wat is de visie van het ITAA?

“De visie is om het enige, centrale aanspreekpunt te zijn voor het economische beroep an sich. In zijn geheel willen we ervoor zorgen dat het onderwijs een duidelijk beeld krijgt, vooral voor jongeren: wanneer ze morgen die beroepskeuze maken, zullen ze weten welke beroepskeuze ze maken en welke toekomst ze hiermee hebben. Het is ook belangrijk voor de ondernemer, want niet elke jongere wordt accountant of belastingadviseur. We hebben jongeren die zelfstandige worden en dan moeten ze ook maar op één punt terecht kunnen komen. Bijgevolg zal het voor die starters duidelijk zijn waar ze moeten zijn om zich goed en consequent te laten adviseren in die startende rol. Even goed wanneer ze later problemen hebben met hun bedrijf. Ondernemers, starters, onderwijs en jongeren: één aanspreekpunt. Dit is het belangrijkste verhaal achter het instituut, waar we naartoe willen en waarom we dit gedaan hebben.”

“ Anderzijds geeft het ons de mogelijkheid om alle focus te leggen op het lid. We willen het lid centraal stellen en er ook voor zorgen dat hij ondersteund wordt, weet dat er nog maar één deontologie is en zich niet zorgen moet maken over hoe dit door de ene of de andere wordt geïnterpreteerd. Hij weet nu tenminste waar hij voor staat en das voor iedereen een grote plus.”

“Trouwens, binnen dit en twee jaar wensen we graag een ombudsman officieel in stand te brengen. We gaan deze aanvraag ook officieel doen bij het kabinet voor Economie om te zorgen dat elke particulier en elke ondernemer met zijn problemen terecht kan bij een ombudsman.”

Jullie publiek zal dus heel breed zijn en het ledenaantal ook. Zowel het BIBF als het IAB hadden een eigen strategie omtrent het bereiken, ondersteunen en informeren van hun leden. Hoe gaan jullie de communicatie aanpakken om iedereen te kunnen bereiken?

“We zijn al begonnen met die twee communicatiediensten te verenigen. Het ITAA is in opstart, dus we hopen begin volgend jaar volledig in werking te zijn en dan zullen het BIBF en IAB verdwijnen. Zelfs nu al is er duidelijk gemaakt via de raden dat we communiceren via één kanaal en dat is het ITAA. Het is voor alle leden eigenlijk al in alle stilte over gegaan. Er zijn nog wel enkele stappen te nemen wat betreft tijdschriften en andere bronnen van informatie, maar vanaf 1 januari zal dit gezamenlijk zijn. Het wordt voor het lid heel gemakkelijk: één bron van informatie, één bron van communicatie.”

“Daarnaast is de snelheid van de communicatie voor ons ook belangrijk, want ons beroep gaat over snel geïnformeerd worden over problemen van de tools waarmee zij te maken hebben. Wij gaan hen snel begeleiden opdat zij hun opdracht perfect kunnen vervullen.”

Uiteindelijk gaat het toch over redelijk verschillende doelgroepen of niet?

“Ik noem het niet echt verschillend, integendeel. Je kan wel zeggen dat er specialisaties zijn van leden en die gaan wel wat ruimer zijn, omdat je die samenbrengt. Langs de andere kant gaat het over het economische beroep in zijn geheel met alle financiële en fiscale consequenties errond. Dit gaat over accountants (al dan niet gecertifieerd) en gecertificeerde belastingadviseurs. Ook die accountant doet fiscaliteit. Het gaat dus over het geheel van het beroep en je blijft in het economisch landschap. Om het simpel uit te drukken: het wetboek economisch recht was vroeger in verschillende delen opgedeeld en is nu ook samengebracht in verschillende boekdelen. We gaan hetzelfde doen, maar dan voor het beroep. De bedoeling van de fusie is dat iedereen erbij wint: of het nu gaat over de ondernemer of over onze leden.”

Kan u voor mij nog eens samenvatten met welke vragen de leden bij jullie terecht kunnen?

“Alle leden kunnen bij het ITAA terecht met vragen over de toegang tot het beroep. Dit gaat dan over startende leden. Zij kunnen terecht bij het instituut met informatie over ‘Hoe kan ik tot het beroep toetreden en accountant/belastingadviseur worden?  Anderzijds heeft het ITAA een structuur op poten gezet die het leven van het lid in vier delen opdeelt.”


  1. De toegang, promotie en het kenbaar maken van het beroep.
  2. Het kenniscentrum: de leden kunnen hier terecht over materie dat hen aanbelangt. Alle kennis en tools die binnen het instituut bestaan. Twee voorbeelden: eStox (het elektronisch aandeelhoudersregister) die voor alle leden en verbinding geeft met het UBO-register. Dit maakt het leven van de leden aangenamer en gemakkelijker. Een tweede tool is Unified by Invoicing waarbij een soort facturenbox ter beschikking gesteld wordt aan de leden, zodanig dat zij voor elke ondernemer die factuur automatisch digitaal kunnen binnen krijgen en verwerken in de boekhouding.
  3. De kwaliteit van het beroep: hierbij gaat het over de kwaliteitstoetsing en de organisatie van het beroep. Bijvoorbeeld, de AWW-wetgeving (Antiwitwaswetgeving), waarbij de leden geïnformeerd en begeleid worden bij de bestrijding tegen fraude en het witwassen van geld.
  4. Toezicht op de tucht en deontologie van het beroep.

Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen of knelpunten voor het beroep?

“Een van de grootste uitdagingen: de tools van de overheid. Als je aan alle leden zou vragen of ze de laatste weken zich gelukkig gevoeld hebben bij het gebruik van die tools, denk ik niet dat het antwoord positief zal zijn. Dat moeten we dringend herstellen en de overheid is zich daar zeer van bewust. Als ik het heel hard mag zeggen: het is het slechtste jaar in 15 jaar van wat de overheid digitaal aanbiedt naar onze beroepen. Ik betreur dat, maar we blijven positief omdat we weten dat de overheid bereidt is om samen met ons aan te tafel te zitten en dit probleem voor eens en voor altijd op te lossen.”

“Een tweede uitdaging is de administratieve overlast. Ik denk dat het tijd wordt dat de overheid beseft dat ze met ons moet praten over hoe we die overlast voor onze ondernemers en ons beroep kunnen verminderen. Nu, daar kunnen we positief zijn, want in elk van de beleidsnota’s van de regionale regering staat een opmerking over administratieve lastvermindering. Wij zijn vragende partij en hebben al heel positieve antwoorden gekregen van die overheden. Ik hoop dat ze het niet enkel bij woord houden, maar ook bij daad.”

Men moet mee met de tijd en de technologische ontwikkelingen, dit geldt in elke sector. Hoe ziet de toekomstige economische beroeper er uit, volgens u?

“De economische beroeper gaat in de toekomst zijn accenten vooral richten op het adviseren van ondernemers. Dit is iets wat we vandaag al heel veel doen, maar het administratieve luik zal verminderd worden dankzij die digitalisering. We gaan nog meer tijd kunnen besteden aan het advies geven en gelukkig maar, want daar zijn we sterk in. We gaan dit luik dus kunnen uitbreiden.”

“Daarnaast heb je nog altijd de zekerheidsverstrekking. Je mag niet vergeten dat ondernemers door die digitalisering allemaal ééntjes en nulletjes gaan zien en zich gaan afvragen: wat is daar nu waar van? Op dat moment heb je juist die accountant of belastingadviseur nodig om te zorgen voor de juiste interpretatie hiervan. Dit kunnen computers nog niet overnemen: zekerheid verstrekken over de aangeleverde data, dat op zijn beurt weer kan gebruikt worden door de ondernemer. Ook de overheden kunnen die gebruiken: denk maar aan de aangiftes. Het beroep zal dus in kracht winnen door de digitalisering: enerzijds door sterker advies en anderzijds door de kracht  van de zekerheidsverstrekking.”

“Het mooiste verhaal is ‘mutual understanding’ en dit komt van de medische sector. Het is bewezen (onderzoek UGent) dat wanneer de patiënt-arts relatie optimaal verloopt, dat de begeleiding ook optimaal kan verlopen en de patiënt beter geneest. Dit verhaal heeft men getransponeerd naar accountants en belastingadviseurs. Wat blijkt: hoe dichter de economische beroeper bij de ondernemer staat, hoe meer winst de onderneming maakt. Indien de onderneming een slechte periode doormaakt, zal het op dat moment sneller en efficiënter uit  die minder goede periode geraken. Het onderzoek bevestigt dus dat hoe dichter men samenwerkt met de ondernemer en hoe beter het advies door de digitalisering, des te beter de ondernemer functioneert.”

Welke boodschap wilt u nog meegeven aan de economische beroeper?

“Ik hoop dat onze leden heel snel gaan ondervinden dat het lid ook effectief centraal staat. Wat we gaan trachten te doen in de komende 3-4 jaar in ons mandaat, is dat we gaan zorgen dat elk lid snel het voordeel voelt van de fusie. Met andere woorden: dat ze even blij en fier zullen zijn op het instituut, zoals ze vandaag fier zijn op hun titel. Dat is mijn grootste hoop.”

__